Aanvallen

Aanvallen worden in groepen ingedeeld, afhankelijk van:

  • waar ze in de hersenen beginnen
  • of iemands gewaarwording wel of niet is aangetast
  • eventueel aanwezige andere symptomen bij de aanval, zoals bijv. beweging

De epilepsieaanvallen worden onderverdeeld in:

  • aanvallen met een focaal begin (focale aanvallen)
  • aanvallen met een gegeneraliseerd begin (gegeneraliseerde aanvallen)
  • aanvallen met een onbekend begin

 

Focale aanvallen

Een focale aanval is een epilepsieaanval waarbij de epileptische activiteit in een deel van de hersenen aanwezig is  (vroeger noemde men dit partiële aanvallen). Er bestaan verschillende soorten focale aanvallen met verschillende aanvalsuitingen afhankelijk van de plaats in de hersenen waar de epileptische ontlading zich voordoet.

Tijdens een focale aanval kan de persoon volledig bij bewustzijn zijn en ook adequaat reageren op de omgeving. Dit is een focale aanval met intacte gewaarwording. Daarnaast zijn er focale aanvallen met verminderde gewaarwording. De persoon kan wel meekrijgen wat er in de omgeving gebeurt, maar kan niet adequaat reageren.

Soms kan bij een focale aanval de epileptische activiteit in de hersenen zich uitbreiden naar de andere delen van de hersenen, waardoor uiteindelijk alle hersencellen erbij betrokken raken. De focale aanval is dan overgegaan naar een gegeneraliseerde aanval. De persoon verliest daarbij het gehele bewustzijn.

Gevolgen voor de omgeving

  • bezorgdheid, ook door onbegrip
  • soms hilariteit door onbegrip
  • de persoon wordt soms gezien als aanstellerij (zeker bij aanvallen waarbij geen sprake is van bewustzijnsverlies)
  • gedrag wordt als ‘raar’ of ‘gek’ gezien

Gevolgen leerprestaties

  • na de aanval is sprake van vermoeidheid en/of verwardheid
  • reacties van klasgenoten kunnen een kind in een uitzonderingspositie plaatsen, waardoor de motivatie tot leren kan verminderen

Wat te doen?

  • aanvallen zijn niet te voorkomen of te bekorten
  • personen tijdens aanval niet tegenhouden, dit kan agressie oproepen vanwege verminderd bewustzijn (men reageert dan primitief)
  • niets doen is bij dit type het moeilijkst
  • voorkom verwondingen door personen tijdens aanvallen rustig te begeleiden

Om meer inzicht te krijgen in de epilepsie van een kind in relatie tot de leersituatie, kan het praktisch zijn om bij te houden hoe het verloop van een aanval is: wat gebeurde er voor, tijdens en na de aanval? Gebruik hiervoor de aanvalsbeschrijving.

Meer informatie over focale aanvallen:
www.epilepsie.nl/over-epilepsie/soorten-aanvallen/indeling-aanvallen
www.kinderneurologie.eu/ziektebeelden/epilepsieaanvallen

Gegeneraliseerde aanvallen

Een gegeneraliseerde aanval is een epilepsieaanval waarbij de epileptische activiteit in de hele hersenen aanwezig is. Het bewustzijn is dan tijdelijk even weg. Er zijn verschillende soorten gegeneraliseerde aanvallen met verschillende aanvalsuitingen.

De twee meest bekende vormen van gegeneraliseerde aanvallen zijn:

  1. Tonisch-clonische aanval (grote aanval) 
  2. Abcenses (kleine aanval)

1. Tonisch-clonische aanval

  • persoon valt op de grond, soms met harde schreeuw
  • verkramping van het lichaam
  • schokken van het lichaam
  • soms incontinentie
  • soms tongbeet
  • gezicht wordt paars of blauw
  • na afloop vermoeidheid en verward zijn
  • bewusteloosheid en/of diepe slaap na een aanval kan voorkomen

Gevolgen voor de omgeving

  • grote impact op omstanders
  • schrik
  • niet weten wat te doen, hulpeloosheid
  • schaamte bij de persoon die het overkomt

Gevolgen voor de leerprestaties

  • niet direct door de aanval zelf
  • wel door de tijd die de betreffende persoon nodig heeft om te herstellen

Wat te doen?

  • probeer rustig te blijven
  • zorg dat de persoon zich niet bezeert
  • kussen of jasje onder het hoofd leggen of beschermen met de handen en indien mogelijk hoofd opzij draaien
  • niets in de mond stoppen
  • probeer de bewegingen niet tegen te houden
  • observeer de aanval nauwkeurig en beschrijf de aanval achteraf
  • bij een aanval die langer dan 10 minuten duurt of wanneer de aanval direct gevolgd wordt door een volgende aanval (status epilepticus): waarschuw een arts of dien noodmedicatie toe als u de instructies kent
  • verzorg de persoon na afloop goed (zeker in geval van incontinentie of slaapbehoefte)
  • stel de persoon gerust 

2. Absences

  • onopvallende, soms niet of nauwelijks waarneembare aanvallen (dit is ook het grootste probleem)
  • kortdurend bewustzijnsverlies
  • activiteit stopt en kort moment van staren (ogen draaien weg)
  • soms doorgaan met activiteit maar dan ongericht
  • duur van de aanval kan variëren van enkele seconden tot enkele minuten

Gevolgen voor de omgeving

  • aanvallen worden niet opgemerkt of worden aangezien voor dagdromen, in de eigen wereld zijn of raar gedrag
  • kan irritatie oproepen (bijvoorbeeld bij stoppen tijdens leesbeurt)

Gevolgen voor leerprestaties

  • hangt af van het moment en de activiteit van dat moment
  • één absence vormt niet direct een probleem, meerdere wel
  • kortdurende onderbreking in informatie-opname
  • totaalbeeld kan fragmentarisch worden opgebouwd
  • dit kan irritaties en frustraties oproepen

Wat te doen?

  • probeer de absences te onderkennen en te herkennen
  • leg contact met de ouders
  • een aanval is niet te voorkomen of te bekorten
  • rekening houden met de aanvallen (bijvoorbeeld even stoppen en herhalen)
  • als de leerling verward is, stel hem gerust

Om meer inzicht te krijgen in de epilepsie van een kind in relatie tot de leersituatie, kan het praktisch zijn om bij te houden hoe het verloop van een aanval is: wat gebeurde er voor, tijdens en na de aanval?

Meer informatie over gegeneraliseerde aanvallen:
www.epilepsie.nl/over-epilepsie/soorten-aanvallen/indeling-aanvallen
www.kinderneurologie.eu/ziektebeelden/epilepsieaanvallen