Het werkgeheugen van jonge kinderen met epilepsie

Er bestaan verschillende soorten geheugens, zoals het kortetermijngeheugen en het langetermijngeheugen. Het werkgeheugen neemt zowel in het korte- als langetermijngeheugen een bijzondere plaats in: het werkgeheugen gebruik je wanneer je informatie niet alleen wilt vasthouden maar er ook iets mee wilt doen.

Werkgeheugen

We “doen” iets met informatie wanneer we bijvoorbeeld niet alleen naar het adres luisteren dat iemand opnoemt en het even onthouden, maar wanneer we het ook intoetsen in het geheugen van ons mobieltje. Het werkgeheugen is dan actief. Je wilt informatie vasthouden om er een bewerking op uit te voeren. Het werkgeheugen is ook actief wanneer je iets zoekt in je langetermijngeheugen om informatie die je al hebt, toe te passen op iets wat je nu probeert te onthouden. We doen bijvoorbeeld iets met een onbekend woord, wanneer we de woorden die we al kennen gebruiken om de betekenis van dit woord ook te begrijpen. We doen iets met informatie die we al hebben, wanneer we moeten uitrekenen wat 8 + 5 + 2 is.

Werkgeheugen en leren bij het jonge kind

Het werkgeheugen speelt een belangrijke rol bij nagenoeg alle schoolvakken: leren lezen, begrijpend lezen, rekenen, spellen, motorische handelingen en allerlei combinaties van deze vaardigheden. Het werkgeheugen is aan het begin van de basisschool al meetbaar en ontwikkelt zich in de loop der jaren. Op de basisschool is deze functie al van belang, omdat we juist van het jonge kind vragen dat het heel veel tegelijk onthoudt. Om een woord te lezen, leert een kind het woord opbreken (“hakken”) en weer samenvoegen tot één woord (“plakken”) en het leert om de betekenis te koppelen aan het woord dat ontstaan is.

Het werkgeheugen van jonge kinderen met epilepsie

Om inzicht te krijgen in de gevolgen van epilepsie op het werkgeheugen, hebben we de ontwikkeling van het werkgeheugen onderzocht bij zeventig vijf- en zesjarige kinderen. De helft van deze kinderen had epilepsie, de andere helft niet. Uit het onderzoek bleek dat het werkgeheugen op de leeftijd van vijf jaar vaak nog niet met een neuropsychologisch test meetbaar was. Dit gold zowel voor de kinderen met als zonder epilepsie. De taak die de kinderen kregen, was te moeilijk. Bij de kinderen van zes jaar zagen we echter dat de kinderen zonder epilepsie de taak wel aankonden, terwijl de meeste kinderen met epilepsie nog steeds geen meetbaar resultaat lieten zien. We concludeerden daarom dat de ontwikkeling van het werkgeheugen vaak langzamer op gang komt bij kinderen met epilepsie.

Het jonge kind met epilepsie in de klas

Als het werkgeheugen bij jonge kinderen met epilepsie langzamer tot ontwikkeling komt, is het belangrijk om daar aan het begin van de basisschool rekening mee te houden. Als kinderen deeltaken nog niet kunnen combineren, kan het helpen ze eerst de losse taken heel goed aan te leren. Zo kan men bijvoorbeeld extra aandacht geven aan het “hakken” of “plakken” van woordjes, zonder dat deze ook direct gelezen of geschreven moeten worden. Zo kan het helpen om kinderen te laten schrijven, uitsluitend om de motorische handeling te oefenen. Wanneer de losse vaardigheden goed beheerst worden, kunnen ze bij elkaar komen tot een geïntegreerde vaardigheid: het lezen of schrijven. Aan de integratie van deze deelvaardigheden zullen leerkracht en leerling dan wel heel bewust moeten werken.

Lees ook